‘Nederlanders lijken erg gelukkig. Dat maakt mij ook vrolijk’
Op 4 september 2014 verliet Meles Hailom (29) met veel pijn en verdriet zijn geliefde stad Asmara voor het noodzakelijke avontuur richting het beloofde continent. Al op jonge leeftijd specialiseerde hij zich in Electrical Engineering en studeerde in 2011 af op het Eritrea Institute of Technology (EIT), ongeveer 12 km ten zuidwesten van de hoofdstad van Eritrea.
Mobieltjes
‘Techniek heeft mij altijd heel erg geïnteresseerd. Toen ik 12 was repareerde ik al mobieltjes voor de hele familie. Als iemand problemen had met zijn computer of als een televisie het niet meer deed, belden ze mij. Ik had niet veel om te lezen vroeger, dus hield ik mij maar bezig met printplaten en kabels. Mijn moeder was dan ook niet verbaasd toen ik vroeger bijna alle regionale studiecompetities van school won en uiteindelijk mijn diploma behaalde. Omdat ze zelf nooit hebben kunnen studeren was het voor mijn ouders extra bijzonder. Mijn hele familie had het niet verwacht en heeft mijn diploma uiteindelijk wekenlang gevierd. Fantastische tijd.
Een geschikte baan heb ik eigenlijk nooit kunnen vinden na mijn studie. Daarom heb ik 3 jaar op een middelbare school gewerkt als docent scheikunde. Ik heb er nooit van kunnen genieten maar het voelde wel als een plicht om de kinderen te onderwijzen en te motiveren voor bètavakken.
Ik miste het om mijn handen te gebruiken, om dingen te ontwerpen en uit te vinden. Ik heb het gevoel dat ik daardoor veel jaren heb verloren. Ik voel me eigenlijk ook te oud om iets nieuws te leren. In Amsterdam heb ik afgelopen jaar toch een online cursus programmeren gevolgd. Mijn streven is namelijk om het leven van mensen in Eritrea simpeler te maken door gebruik van technologie en mobiele apps. Ik beheers ondertussen al de basis van bijvoorbeeld HTML5, CSS en javascript. Mijn droom is ooit voor Philips te werken. Wie weet, misschien beland ik dan ook in Shanghai.’
Meles heeft in AZC’s in Ter Apel, Middelburg, Breda en Nijmegen gezeten en is nu, in afwachting van de komst van zijn vrouw Dagi, voorlopig gevestigd in de gemeente Hardinxveld.
Ongekend
’Ik ben heel veel van Nederland gaan houden. De vriendelijkheid van mensen is ongekend. Dat heb ik in andere landen echt niet meegemaakt. Nederlanders lijken erg gelukkig, zijn altijd behulpzaam en houden wel van een grapje. Daar word ik ook vrolijk van. Iedereen heeft wel een beetje humor in zich. De mooiste herinneren heb ik opgedaan in Nijmegen. De warmte van de inwoners daar heeft mijn hart doen smelten. Dagelijks kwamen er wel mensen met kleding, lekker eten, speelgoed of andere dingen langs. Op mijn laatste dag in het centrum zei iemand tegen me ‘ik huil met jullie mee’. Dat zal ik nooit vergeten.
Aan mijn tijd in Nijmegen heb ik veel vrienden overgehouden. Met een aantal vrijwilligers van de Radboud Universiteit heb ik nog steeds contact. Ik hoop ze snel weer te bezoeken’.